Verslag van Loïc Helin.

 Powerman Zofingen, de mens die 15 jaar deze wedstrijd in het leven riep moet een stevige ‘krak in zijne kop’ gehad hebben, maar net als de Ironman in Hawaii binnen de triathlonsport is het de ultieme race die je minstens één keer op je conto moet hebben om gedurende je verdere leven als duathleet door het leven te mogen gaan. In de 14 voorgaande edities waren er naast de Zwitser Olivier -Oli voor de vrienden- Bernhard, die er de helft van won ook een aantal Belgen die scoorden (in een niet-balsport is scoren natuurlijk van ondergeschikt belang maar ik heb hier ‘bij wijze van spreken’… voor de duur de comprenuur-mannen onder ons) met name Joel Claisse, die naast heel wat top-10 noteringen ook eens de 3e plek wegkaapte en in een minder ver verleden Philippe Braems, tot hij -terug bij wijze van spreken- tegen de lamp liep. Of het een teveel aan gesneden brood of een overdaad aan niet nader genoemde insekten waren laat ik hier in het midden.

Zoals de meesten onder ons wel weten wordt in duathlon eerst gelopen, dan gefietst en uiteindelijk -om het af te leren- nog een stukje gelopen. In het Zwitserse Zofingen werken ze elk jaar een heus dagvullend programma uit, dat het toch de moeite zou zijn om eens tot daar te komen. Je moet daar toch wat rekening mee houden. Kijk nu naar onze judoka’s: ze zitten 10 uur in het vliegtuig om dan, na lang zoeken in het verre Japan, ergens een tatami te vinden waar ze dan enkele minuten opstaan, sommigen zelfs maar enkele seconden, om daarna weer een half etmaal gewrongen in een stoeltje terug te vliegen. Voor wat? Voor niets, nul nougabollen. Soit, ik had het dus over duathlon. Op het jaarlijkse menu staat om te beginnen 10km lopen, 150km fietsen en uiteindelijk nog eens de loopschoenen aantrekken om de laatste 30km af te haspelen. Allemaal goed en wel, die afstanden, ware het niet dat er in Zwitserland, buiten de waterspiegel van de talrijke Alpenplasjes, geen vierkante meter vlak terug te vinden is. De start van dit wereldkampioenschap wordt gegeven aan de voet van een helling waar menig profrenner al voor begint te puffen en te blazen, met de fiets welteverstaan. Om het allemaal wat interessanter te maken, ook voor de toeschouwers, wordt deze tien kilometer in 2 rondjes gelopen, 2 keer die berg op en ook terug af. Die Zwitsers, het zijn toch grapjassen. Dat vermoeden van die grapjassen werd nog eens extra gesterkt tijdens de voorstelling van de topatleten waar één van de topfavorieten, de Zwitser Stefan Riesen, ondanks het uitkramen van een onverstaanbare variant van het Duits de zaal lachenderwijs naar zijn hand. Overigens, moesten ze mij daar proberen wijsmaken hebben dat Stefan de Duitssprekende buurman is van Gerrit Schellens, ik zou het nog geloofd hebben ook. Ik wist niet dat het Lommels ook een Zwitserse variant kent. Ook de race director bleek een behoorlijk komisch figuur te zijn die lijkt weggelopen uit ‘Allo Allo’. Het fietsparcours is ook al een groen lachertje: drie keer vijftig kilometer maakt, de Zwitserse precisie in acht nemend, 150km die het liefst nog zo snel mogelijk moet worden afgehaspeld. Drie keer drie hellingen, terug volgens de Zwitserse precisie, geeft 9 hellingen die het zo snel mogelijk toch wat moet indijken. Als afsluiter van het ‘dagvullend programma’ hebben de Zwitsers er niet beter op gevonden om de avonturiers, ook wel duathleten genoemd, tijdens die dertig kilometer lopen hup den berg op te sturen, terug 2 maal met tussenin en erna wééral bergaf tot aan de meet.

De Belgen, ooit wel eens de dappersten onder de Galliërs genoemd, wilden dit jaar terug die titel alle eer aandoen. Niet minder dan 14 Belgen gingen dit jaar de hierboven beschreven uitdaging aan. Niet van de minsten trouwens, die Belgen: met Benny Vansteelant, in Amerika ‘unbeatable Benny’ genoemd, in Torhout beter bekend als ‘onzen Benny’ hebben we één van de topfavorieten in onze rangen maar ook met alle andere Belgische deelnemers valt niet te lachen, en dat wisten ze in Zofingen blijkbaar… Bij het overlopen van de deelnemende landen tijdens de openingsceremonie ging het als volgt: “Next country is Belgium with Martine Vanhoolant, Michel Dewattines, Benny Vansteelant (wat ze overigens als venstienlent uitspreken, die Amerikaanse invloed heeft dus ook al het schijnbaar vredige en neutrale Zwitserland ingepalmd), Koen Maris, Nico Huyberechts (hoor “hojbewegs”) … (lange stilte) ... and many other topathletes.” Ze zijn dus op de hoogte. En gelijk hebben ze…

 Zondag 14 september, 8h15, the moment has come. De vrouwen kregen exact drie kwartier voorgift. Als dit een maatregel is in het kader is van de emancipatie ruikt dit toch sterk naar positieve discriminatie van het blijkbaar toch zwakke geslacht… Terug rekening houdend met het dagvullend programma ging de start aan een gezapig tempo. Één van de exoten aan de start, een Keniaan -jaja, je ziet het goed een Keniaan die denkt van iets meer te kunnen dan enkel en alleen lopen- wilde zijn loopkunsten eens laten zien. Ikzelf startte op mijn gemakske en dit had zo zijn redenen, zou later blijken… Niet veel later al want na een viertal kilometer gingen de demonen in mijn alom gekend gastronomisch stelsel aan het werk en ik moest al serieus vaart minderen. Koen passeerde mij en een boogscheut verder ging ik de koers even van opzij bekijken. Nico en nog wat anderen schoven zo -zonder ze het wisten- een plaatsje op. Soit, na 40” was het genoeg met even toeschouwer te spelen en ging terug wat meelopen. Joël had het ons allemaal goed ingepeperd: “ In de eerste run valt niets te winnen, enkel alles te verliezen”. Een dikke 34’ na de start zaten de eerste 10km erop en konden we op de fiets. Nico reed 40 meter voor me uit en tot boven aan de Bodenberg, na 23km hield ik hem goed in het visier, beiden rond de 30e positie. Vanaf dan zette hij zijn turbo op en tussen de top van de beruchte Bodenberg en Zofingen, 27km dus was het knallen geblazen waar hij met zijn vol wiel nog een extra troef in handen (of in zijn achtervork) had. Niet dat hij zijn prestatie enkel en alleen aan dat technisch vernuft te danken zou hebben, zeker niet. Onze Leefdaalse loodgieter leefde een halfjaar als een pater naar Zofingen toe (of het bijhorende celibaat ook werd gerespecteerd laat ik in het midden) en deed daarenboven zijn beste wedstrijd ooit. Geen discussie, die 6e plaats op dit WK verdient hij meer dan wie ook.

Na 25km vormde er zich dan een ‘groepje’ van een zevental rondom mij, of beter gezegd achter mij. Voor de niet-ingewijden toch even een aantal spelregels meegeven: de fietsproef is een individuele proef wat dus inhoudt dat je niet mag wieltjeszuigen. Tien meter is de afstand die bewaard moet worden tussen je eigen voorwiel en het achterwiel van je voorganger. Het is natuurlijk de kunst om op die afstand te kunnen blijven rijden en zo toch te profiteren van de voorganger. Tijdens de toeristische rondrit doorheen een overigens wonderlijk mooie streek passeerden mij tijdens de overige 125km amper drie hardrijders, waar gaan we dat schrijven? Één van hen was landgenoot Seb Sottiaux waar ik uiteindelijk samen mee zou wisselen en 27e zou worden in de eindafrekening, een Deen die me voorbijvloog klasseerde ik meteen als ‘ongevaarlijk’ wegens te stevige billen om mij nog dertig loopkilometers voor te blijven, wat uiteindelijk ook waarheid werd, al na 3km lopen had ik hem al bij zijn dikke bibsen.

Voor de rest was het in ons groepje 7 kleine negertjes spelen, een kortere variant op het gekende kinderdeuntje 10 kleine negertjes: één voor één losten de anderen, als eerste de Keniaan. Kennen ze dat liedje daar ook al? Ze lieten me al snel in de steek en halfweg bleef ik nog met een Spanjaard over en al snel bleek mijn schoolspaans van 8 jaar geleden ontoereikend om er een gezellige babbel mee te slaan. De laatste keer Bodenberg was voor mij afzien maar voor de Iberiër nog meer… Ik had het al dik in de mot, 50km had ik hem niet meer gezien, enkel horen zuchten en hij kraakte. In praktijk was ik al een rondje alleen aan het bollen, de laatste 27km stampte ik dan maar alleen verder. De Amerikaanse prof Phillips ging ik nog voorbij en na 4h20 strompelde ik de wisselzone binnen. Smokey, ofte Hans de Spieker stond intussen kiekjes te nemen en het thuisfront op de hoogte te houden. Ongelooflijk eigenlijk die kerel, die komt zo efkes naar Zwitserland gebold om een koerske te zien en wat fotookes te nemen.

In tegenstelling tot de eerste wissel ging het nu al heel wat trager. Als 22e het park uit. Ik had dus 9 plaatsen gewonnen. Het vet was er wel wat af, normaal na net geen 5 uur koers maar ik had er nog goede moed op. Gehoord dat Nico en Koen 5e en 7e lagen en dus goed bezig waren, net als Benny die het even moeilijk had maar toch nog prijs zou schieten. In duathlon is van schieten natuurlijk nooit sprake maar als je nu nog steeds aan het lezen bent zal je wel begrijpen dat dit terug spreekwoordelijkerwijs is.

Het ging vlotjes en een vijftal plaatsen winst waren mijn deel. Bergop ging het vlot. Voor het keerpunt kon ik de schermutselingen vooraan goed volgen. Riesen goed op kop voor Vincent-l’animal- Aldebert, Huubje Maas en onzen Benny. Op dat ogenblik zag het er echt niet goed uit voor de kannibaal uit Torhout: doffe oogjes en geen snee. Hij zou er toch nog wat doorkomen, Riesen zelfs bijhalen maar dan … de laatste 4km zwarte sneeuw te zien en 2e worden. Overigens, het was goed weer in Zwitserland afgelopen zondag. Van sneeuw was zeker geen sprake. De eerste 15 km lapte ik in 57’, sub 2h lopen zat er dus nog netjes aan te komen. In het bergaf lopen was het wel al afzien geblazen, de quadriceps stonden op ontploffen. De tweede ronde was het dan toch van dattum: bergop geen kracht meer en bergaf, tja… de spieren schreeuwen van de pijn, het verstand roept om er mee op te houden en op dat moment heeft Stef Bos helemaal ongelijk: gek zijn is helemaal niet zo gezond als hij zingt. 1h08 duurde de lijdensweg, maar ik wist dat de beloning groot zou zijn, symbolisch dan toch: mijn wereldtitel in de categorie minder dan 25 jaar, die ik vorig jaar in Oostenrijk veroverde, kon ik verlengen en een 17e plaats tussen de elites is natuurlijk niet slecht. De laatste zeven werden de verschrikkelijkste loopkilometers die ik ooit moest afleggen. Afzien, doorbijten, net geen traantjes laten van de pijn… ik wist niet dat dit kon. Het stadion inlopen compenseerde veel: je naam horen omroepen en applaus, enkel en alleen voor jezelf, mijn ego is weer voor enkele weken gestreeld.  4e Belg en er zouden er nog wat volgen. Benny werd dus 2e, Nico 6e. Koen die de laatste loopronde een stevig gevecht voerde met zijn intern afvoersysteem -spijtig voor hem dat onze loodgieter voor hem liep en niet achter hem zodat hem opwachten om het probleem op te lossen niet tot de mogelijkheden hoorde- verloor nog wat plaatsen en liep als 14e over de meet. Ikke dan 17e en een aantal minuten later maakte Brusselaar Frédérique Lebeau de top twintig vol. Powerjakke deed 4’ beter dan vorig jaar en kwam op de 22e plaats uit. Allez, da zat daar dus allemaal goed maar niet met de beentjes: onzen Benny had hulp nodig om het podium op te komen, eigenlijk nog een geluk dat hij niet op dat hoogste trapje moest gaan staan, grapje hé Benny, of het zou nog lachen geweest zijn. Eten en drinken was de boodschap want den tank was leeg. Stappen, ja, stappen… Zofingen was plots een oudmannekeshuis en ik bleek één van de patiënten te zijn. Bukken was utopie en trappen op en af gaan een hel.

Het logische feestje hoeft niet veel uitleg. Eerst was er wel nog de ceremonie waar de Belgen 5 medailles in ontvangst mochten nemen: brons voor Christian –mister Hawaii- Meuser in de categorie –50, zilver voor onzen Benny bij de elites en goud voor Powerjakke in de –35, Frédérique Lebeau in de –30 en ikke in de –25.

 Het was weer eens leutig en om af te sluiten wil ik nog een aantal mensen bedanken: eerst en vooral Jef Van Lommel van tell-it,  die het mij financieel mogelijk maakte om mijn titel te verdedigen, de familie Gerhard (en ook een beetje Suzy Everts) uit Brittnau voor de logies, alle Belgische supporters ter plaatse, Walter Vanrensbergen voor de nu al jarenlange onvoorwaardelijke steun, iedereen die mij SMS-gewijs steunde (sorry dat ik niet iedereen antwoordde), Jakke, Huub Maas en Jurgen Flower Ceulemans voor de compagnie op Stage in Spa en iedereen thuis die de laatste twee maanden veel geduld met mij hebben gehad omdat de trainingsuren veelal niet overeenkwamen met het reguliere levensregime thuis. Nen dikke mersie! 

Volgende uitdaging? Hawaii zeker??

Loïc Hélin
Frankrot 44, B-9420 Aaigem
Tel : +32(0)485/587244, +32(0)53/626060
e-mail: duathloic@yahoo.com; Loic.Helin@triathlete.com